
1. Doel van fase 2
In deze tweede fase richten we ons op:
- Welke preventieve acties u kunt ondernemen om een COPD-aanval te voorkomen
- Welke acties u kunt ondernemen wanneer u tekenen heeft van een mogelijke COPD-aanval
2. Wat gebeurt er tijdens fase 2?
a) COPD-actieplan en (zelf)monitoring
In plaats van een dagelijkse vragenlijst ontvangt u het COPD-actieplan. Het COPD-actieplan is een enkele vraag over het type dag dat u heeft: een groene (goede) dag, een gele (slechte) dag of een rode (zeer slechte) dag. Op basis van uw antwoord krijgt u suggesties van acties die u kunt ondernemen om uw stemming te verbeteren.
Als uw parameters stabiel zijn en u zich goed voelt, wordt u niet langer dagelijks maar wekelijks gecontroleerd door uw medisch team. Als u een slechte dag heeft, kunt u ervoor kiezen om de dagelijkse vragenlijst in te vullen. Op deze manier kan uw medisch team u op slechte dagen nog steeds volgen en advies geven wanneer dat nodig is.
Meer informatie over het COPD-actieplan vindt u in een andere informatiemodule en kunt u krijgen van uw medisch team.
b) Coaching & activiteit advies
In de eerste fase van uw digitale zorgtraject heeft u geleerd welke parameters en signalen belangrijk zijn om te herkennen om een nieuwe COPD-aanval te voorkomen. In deze tweede fase richten we ons op welke (preventieve) acties u kunt ondernemen om er een te voorkomen.
Een van de acties die u kunt ondernemen, is leren om uw dagelijkse activiteiten rustig in te delen en een gezonde balans te vinden tussen actief zijn en rusten. Uw medische zorgteam zal u coachen door gepersonaliseerde oefeningen en advies te geven over uw dagelijkse activiteitsniveaus met behulp van uw activiteitsmeter.
c) Informatie
Ook ontvangt u in deze fase enkele informatiemodules. In deze modules leert u enkele principes van zelfmanagement, preventieve acties die u kunt ondernemen om een nieuwe COPD-aanval te voorkomen, impact van het weer, enz.
U kunt altijd terugkijken naar eerdere modules uit fase 1 door op ‘herlezen’ te klikken.
3. Naar fase 3
Als u aan de volgende criteria voldoet, kunt u doorgaan naar fase 3:
- U kent de kerncomponenten van zelfmanagement om een exacerbatie te voorkomen
- U begrijpt en weet wat u kunt doen als u tekenen van een mogelijke exacerbatie vertoont